Over het algemeen worden elektrische auto’s beschouwd als beter voor het milieu dan auto’s die op benzine rijden. Er zijn verschillende redenen waarom dit het geval is:
- Lagere uitstoot van broeikasgassen: Elektrische auto’s stoten geen uitlaatgassen uit en produceren dus geen kooldioxide (CO2) en andere broeikasgassen tijdens het rijden. Dit draagt bij aan de vermindering van de klimaatverandering en helpt de opwarming van de aarde te beperken.
- Verbeterde luchtkwaliteit: Elektrische auto’s stoten geen schadelijke stoffen uit, zoals stikstofoxiden (NOx) en fijnstof, die de luchtkwaliteit kunnen verslechteren en gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. Dit is vooral belangrijk in stedelijke gebieden waar de luchtkwaliteit vaak een probleem is.
- Efficiënter energiegebruik: Elektrische auto’s zijn over het algemeen efficiënter in het omzetten van energie van de bron naar beweging op de weg in vergelijking met interne verbrandingsmotoren. Dit betekent dat ze minder energie verspillen en bijgevolg minder energiebronnen nodig hebben.
- Gebruik van hernieuwbare energie: Als elektrische auto’s worden opgeladen met elektriciteit die is opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen, zoals zonne- en windenergie, kunnen ze nul-emissie voertuigen zijn, wat de milieuvoordelen verder vergroot.
Het is echter belangrijk op te merken dat de milieuprestaties van elektrische auto’s afhangen van meerdere factoren, waaronder de energiebron voor elektriciteitsopwekking, de fabricagemethoden van de auto en de manier waarop de batterijen worden geproduceerd en gerecycled. De productie van batterijen vereist bijvoorbeeld grondstoffen zoals lithium en kobalt, en er zijn milieukwesties verbonden aan de winning van deze materialen.
Over het geheel genomen, met de voortdurende verbeteringen in batterijtechnologie en een verschuiving naar hernieuwbare energiebronnen, worden elektrische auto’s gezien als een belangrijke stap in de richting van een duurzamere en milieuvriendelijkere transportsector.